Nieuwjaarstoespraak januari 2016, Burgemeester De Bruin, Papendrecht.
" Dames en heren,
Wij hebben elkaar reeds persoonlijk de hand geschud, maar graag heet ik u vanaf deze plek nogmaals officieel van harte welkom en voeg daar aan toe: fijn dat u gekomen bent. Namens de leden van de gemeenteraad en het college wens ik u het allerbeste toe voor het nieuwe jaar.
Onder de kerstboom, zoals dat heet, is het tijd voor reflectie, bezinning en koersbepaling op het perspectief dat wij voor onszelf willen stellen, en vertalen in goede voornemens.
Graag kijk ik met u wat terug, vooruit en om ons heen; deel ik een aantal gedachten met u, zoals benoemd in de uitnodiging voor vanavond, vanuit het perspectief van veranderingen, verbinden en loslaten, betekenisgeving.
Het jaar 2015 stond voor veel gemeenten in Nederland in het teken van grote veranderingen in de zorg en in de zoektocht naar verdere vormgeving van de ‘participatiemaatschappij’. De rijksoverheid stelt meer over te willen laten aan de gemeenten, die daarmee voor de burgers de eerste overheid wordt. Gemeenten zijn op hun beurt op zoek naar een andere relatie met de eigen samenleving. Papendrecht is daar geen uitzondering op.
Echter het jaar dat achter ons ligt zal, denk ik, vooral de geschiedenisboeken ingaan vanwege tumultueuze gebeurtenissen in de wereld om ons heen; gebeurtenissen op nationaal, Europees en wereldschaal: de Griekse schuldenkwestie, Charlie Hebdo, de annexatie van de Krim, de dreigende situatie in Oekraïne, (de MH 17), de enorme stroom migranten, doorgaans aangeduid als vluchtelingen, op weg naar (West-) Europa, de aanslagen in Parijs en de staat van beleg in Brussel, het Klimaatakkoord, de nasleep van de Teevendeal met tegelijkertijd het venijnig maatschappelijk verzet in Geldermalsen. Stuk voor stuk zaken die niet alleen het nieuws domineerden, zich elders afspeelden, maar ook van invloed zijn op onze eigen kleine wereld en beleving, en te samen wellicht in belangrijke mate bepalen wat ons in 2016 te wachten staat.
De opvang van de migranten en/of vluchtelingen bijvoorbeeld is niet alleen een crisissituatie van humanitaire aard, het legt ook een ander al jaren sluimerend vraagstuk bloot: de representativiteit van overheden. Ofwel de mate waarin Nederlanders hun mening weerspiegeld zien in het optreden van overheden, en vooral in het optreden van politici en bestuurders.
Symbolisch is het beeld van die inwoonster van het plaatsje Oranje, die de dienstauto van de staatssecretaris tegenhield; vervolgens zelf in het ziekenhuis belandde. Verzet van inwoners tegen een overheid die terugkomt op gemaakte afspraken en als onbetrouwbaar wordt ervaren; verzet van inwoners tegen ‘bestuurlijke-overval-tactiek’. Rebellie tegen de gevestigde orde. Mondige burgers tegenover machteloze bestuurders. De bestuurder die ondanks goede bedoelingen en de bereidheid om persoonlijk uitleg te geven, uiteindelijk niets anders rest dan een weinig eervolle aftocht, het heroverwegen en terugdraaien van zijn besluit. Dit beeld is illustratief voor wat de Belgische schrijver David van Reybrouck het ‘democratisch vermoeidheidssyndroom’ noemt. Is het vermoeidheid? Of zit het dieper? Is ons politieke bestel van de representatieve democratie aan verandering toe? Want niet alleen het kleine Oranje heeft te maken met opstandige inwoners, ook landelijk loopt niet alles even soepel. Ik duidde daar al op in relatie tot de nasleep van de Teevendeal, waarin vertrouwen centraal stond, maar ook aan de eerder genoemde transities in de zorg. Landelijk ontstonden in de politiek en op sociale-media enorme discussies over bijvoorbeeld het persoonsgebonden budget en de huishoudelijke hulp.
In een ontwikkeling waarbij de overheid terugtreedt en van de maatschappij vraagt sterker te participeren, helpt het niet dat die samenleving steeds wantrouwender tegenover haar bestuurders staat. Al jaren onderkennen onderzoekers en bestuurders deze kloof. Toch lijkt die alleen maar groter te worden.
Waar voorheen tussen zwart en wit, grijs zat, lijken niet alleen ‘reaguurders’ op sociale media maar ook dé media ineens kleurenblind voor deze kleur. En ook in het dagelijks leven delven de nuances vaker het onderspit tegen extreme opvattingen: laten we vluchtelingen op zee dobberen of vangen we ze barmhartig op? En in die andere discussie die ons land stevig in de greep houdt: ben je vóór of tegen zwarte Piet? Binnen onze eigen gemeente: ben je vóór of tegen bebouwing van het Slobbengors, vóór of tegen koopzondag?
Democratisch vermoeidheidssyndroom? Of is er eerder sprake van een flinke verschuiving van rollen tussen overheid en burgers, een verschuiving die nog niet een nieuw evenwicht heeft bereikt.
De klassieke rolverdeling van de overheid als dirigent en alles-oplosser, en inwoners als uitvoerenden/volgers is verleden tijd. Het gemeentebestuur zal meer moeten loslaten, overlaten en overdragen aan de gemeenschap. De hiërarchische houding heeft gerealiseerd in een diepe kloof. Nu is het zaak die te slechten door op zoek te gaan naar de échte waarde van de dingen die plaats vinden in onze gemeenschap; veelal niet dankzij, maar ondanks de overheid; om vervolgens daar verbindingen mee aan te gaan, samenhang te bevorderen, en daarmee de kracht en de veerkracht van de lokale samenleving en de gemeente te vergroten .
Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Gemeenten hebben moeite met loslaten en doen zij dat toch, dan ontmoeten ze het eerder genoemde wantrouwen van de samenleving. De huidige interactie krijgt wel het label 'koekoeks-klok-participatie': de luiken gaan even open, een boodschap wordt afgeven, op een reactie wordt niet gewacht: de luiken gaan direct weer dicht tot het volgende koekoeks-moment.
Dat het anders kan, laat het proces rond de dijkverzwaring zien. De groep, nu bekend als Dorpsbehoud, hamerde al in de jaren zeventig op de waarde van de dijk voor Papendrecht. Nu 40 jaar later, is de stichting volwaardig gesprekspartner van de gemeente. Het loslaten van korte termijnvisies en écht in gesprek gaan, blijkt vruchten af te werpen en bij te dragen aan duurzame relaties met dito resultaten. De recente dijkvisie is daar een voorbeeld van. Gemeenten moeten dus durven loslaten, onderkennen dat zij niet het monopolie op kennis hebben. Voornoemde werkwijze past bij de nieuwe werkelijkheid. Brengt participatie op gang, zorgt voor meer consensus en grotere tevredenheid bij zowel bestuur als inwoners.
Hoe kunnen we dit in Papendrecht verder brengen? Bij de eerste schreden in het nieuwe jaar, wil ik enkele ideeën met u delen; out of the box. Twee jaar geleden benoemde ik, juist in deze context, de aanwezigen bij de nieuwjaarsreceptie tot ambassadeurs van Papendrecht. Het is een prikkelende gedachte een stapje verder te gaan:
Overal zijn mensen met goede ideeën. Niet altijd zijn deze denkers ook de enthousiastelingen die plannen optimaal uitvoeren. Aan de andere kant zijn er mensen die juist wèl enthousiast worden als ze goede ideeën in de praktijk vorm kunnen geven, de doeners. We zien aspecten hiervan bijvoorbeeld terugkomen rondom het wijkgericht werken. Wat we meer kunnen doen, als gemeente in de rol van verbinder, is deze twee groepen (de denkers en de doeners) én de gemeente aan elkaar verbinden. Feitelijk, wat onze beide dames wijkcoördinatoren reeds toepassen, verder uitbouwen. Een soort ‘participatie-bank’ op zetten dus, waar ideeën aangedragen worden en gekoppeld worden aan mensen die de ideeën kunnen en willen uitvoeren: zelf, in groepsverband of in gesprek met de gemeente.
Alleen roepen dat we dat willen doen is onvoldoende zijn. Dan wordt het weer koekoeks-klok-participatie. De opdracht en uitdaging is: doe het, maak het waar,
maak het tastbaar, fysiek en onontkoombaar: grijp bijvoorbeeld de renovatie van het gemeentehuis aan om niet alleen de techniek aan te passen en binnenwandjes te verplaatsen, maar óók om de centrale hal te vergroten, en te voorzien van een uitnodigende en laagdrempelige entree. Richt die hal in als een echte burgerzaal, waar met regelmaat de ‘Papendrechtse Assemblées’ kunnen plaatsvinden: informele bijeenkomsten van burgers, denkers, doeners, ambtenaren, politici en bestuurders; heel bewust bijeen in een geheel andere setting dan de formele vergaderopstelling van de raadszaal. Dan wordt dit gemeentehuis, behalve een kantoor, ook echt het huis van de gemeenschap; een huis van de democratie, een centrale en vanzelfsprekende ontmoetingsplek, waar niet alleen activiteiten en/of overleggen plaatsvinden, maar ook ontvangsten van individuele Papendrechters en Papendrechtse verenigingen, organisaties en bedrijven, die zich onderscheiden hebben of zich willen onderscheiden; waar bijna altijd iets te doen of te zien is, en waar vooral spontaan en à la minuut dingen georganiseerd kunnen worden, zonder dat eerst de inboedel verplaatst moet worden. Dan wordt het gemeentehuis, het gemeenschapshuis voor alle Papendrechters uit alle wijken, buurten en straten. En verbonden met het nieuw ingerichte Marktplein kunnen beide, Marktplein en gemeentehuis, aanvullend en elkaar versterkend functioneren als centrale plek in deze gemeente waar we als vanzelfsprekend bij elkaar komen als we iets te vieren, te gedenken, te betreuren of te bespreken hebben.
We zouden ook gerenommeerde gasten kunnen uitnodigen. Een beetje zoals ‘De Wereld Draait Door’, met een tafeldame of tafelheer. Deze mag zich gevraagd en ongevraagd bemoeien met het programma en met discussies. Ook kunnen we bijvoorbeeld een deskundige uitnodigen een kwartaal in de keuken te kijken en zich gevraagd en ongevraagd inhoudelijk met gemeentelijk beleid te bemoeien, op het vlak waar zijn of haar expertise ligt.
Meer interactie is op deze manier mogelijk. Minder kloof, meer overleg in de ware zin van het woord, meer kwaliteit. Het vraagt van betrokkenen lef zich kwetsbaar op te stellen, dat mág onwennig zijn voor alle deelnemers en met name overheidsvertegenwoordigers. Maar, door in openheid gelijkwaardig te reflecteren en het eigen kritisch vermogen te organiseren en te stimuleren kan Papendrecht er alleen maar sterker en zelfbewuster van worden. Dit is uiteraard alleen iets voor diegenen die dat laatste ook willen, en het aandurven er aan mee te werken dat onze gemeente zich ten opzichte van andere kan en durft te onderscheiden.
Nog zo’n fenomeen waarmee dit mogelijk is, zijn stads-laboratoria of stadslabs. Zet mensen bij elkaar die betrokken zijn bij een vraagstuk, daar verstand van hebben of gewoon willen bijdragen. Laat ze samen werken aan oplossingen voor lokale vraagstukken. Elders blijkt dat prima te werken.
Enkele prikkelende gedachten dus, zonder uitputtend te zijn en zonder dat ik zeg dat we er in Papendrecht nog niets van bakken of maken. Het tegendeel is waar. Naast de reeds genoemde inzet van Dorpsbehoud en het team van de wijkcoördinatoren leidde in Papendrecht interactieve besluitvorming bijvoorbeeld al vroeg tot een prachtig vernieuwd Vijverpark. Een ander recent en actueel voorbeeld is de planvorming rond het Land van Matena, dat nog in volle gang is en aan de bevolking voorgelegd wordt, om tot keuzes te komen.
De zoektocht is naar meer en een grotere variatie. Daarom ben ik bijzonder in mijn nopjes met de vorming afgelopen jaar van de werkgroep ‘bestuurlijke vernieuwing’, die primair raads-breed is samengesteld uit gemeenteraadsleden. Bij hen behoort, als volksvertegenwoordigers, ook het primaat te liggen op zoek te gaan naar een verder verbeterde samenwerking en overleg met de inwoners. Dat leidt tot pilots om ruimte te geven aan initiatieven van inwoners. Maar ook het overnemen door inwoners van publieke taken, die zich daarvoor lenen, alsmede intekening door maatschappelijke organisaties op uitvoering van overheidstaken. Een ander resultaat is het betrekken van meningen van vertegenwoordigers van verschillende belangengroepen bij planvorming, en meer ruimte willen geven aan open debatten in de raad.
Als de overheid bereid is de burger te zien staan, serieus te nemen, zal die burger zich anders gaan opstellen. Zijn of haar betrokkenheid bij directe omgeving en het grotere geheel van de gemeente als organisatievorm van de lokale samenleving, zal vergroten. Dan gaan inwoners verantwoordelijkheden invullen en ontdekken ze in zichzelf waarden, die leiden tot het functioneren als mens in de context van vele andere mensen. Zal die inwoner/burger betekenisgeving ervaren en zich positief en constructief op gaan stellen in relatie tot de overheid. Die overheid zal niet meer ervaren worden als een ongrijpbare en onbegrijpelijke vertegenwoordiger van een grote groep anonieme mensen. Kortom; niet meer als tegenstander-of strever, maar als medestander en als echte vertegenwoordiging van de gemeenschap ervaren worden.
We kunnen en moeten als overheid daarom verder gaan; vastgeroeste denkpatronen loslaten en creatief en constructief zoeken naar oplossingen. Daarbij wellicht niet schuwen de rol van de overheid zelf ter discussie te stellen. Van Reybrouck komt in relatie tot ons systeem van periodieke verkiezingen bijvoorbeeld, met een prikkelend alternatief: zoals loting. Op die manier worden inwoners gedurende één jaar aangewezen/aangezocht een openbare functie te vervullen, wetende dat het na dat jaar onherroepelijk voorbij is en een ander het stokje weer overneemt. Dat is wellicht op dit moment nog wat revolutionair en onvoldoende uitgewerkt, hoewel we in Papendrecht op bescheiden schaal, bijvoorbeeld bij de tot standkoming van het Integraal Veiligheids Plan (IVP) en andere beleidsplannen, wel inwoners via ‘loting’ selecteren en benaderen om hun mening met ons te delen.
Maar vooralsnog te revolutionair of niet, zulke denkwijzen zorgen voor inspiratie. Inspiratie die ook uit andere bronnen te putten is. Zo inspireert Jan Marijnissen van de SP in het NRC van november door aan te stippen dat de crisis ook positieve kanten met zich meebrengt. Hij stelt dat de internationale ontwikkelingen, de economische mêlee en onze aandacht voor meer, sneller, beter, innovatiever ervoor gezorgd heeft, dat we wel overal de prijs, maar eigenlijk nergens de waarde van kennen. Efficiency en effectiviteit worden vaak in elkaars verlengde genoemd, maar zijn in praktijk vaak tegengesteld aan elkaar. Zie de als efficiënt benoemde samenvoeging van scholen, ziekenhuizen, woningcorporaties, gemeenten en dergelijke. Leerlingen, patiënten, huurders en inwoners verworden zo tot klanten; klanten op afstand die boekhoudkundige/cijfermatige eenheden worden. Opvallend is dat Marijnissen, na toch enkele decennia in het middelpunt van de politiek gewerkt te hebben, constateert dat de politiek vaak niet over de essentiële dingen van het leven gaat ! Dat blijft: dat mensen in hun mens-zijn verbinding zoeken en dat resulteert op zijn beurt in werkelijke waarde in de zin van betekenisgeving.
Waarde(n) die we in Papendrecht gelukkig nog wel vinden ondanks genoemde boekhoudkundige druk. Bijvoorbeeld in de beleving van cultuur, sport, vrijwilligerswerk en diverse initiatieven en contacten. In dat verband wijs ik ook graag op de betekenis van onze reeds ruim veertigjarige stedenband met het Duitse Blomberg. Zeker in het licht van huidige ontwikkelingen en de druk die op Europa uitgeoefend wordt (denk o.a. aan Grexit, Brixit, Oekraïne en de migranten), zijn dergelijke internationale contacten ondanks bescheiden schaal, meer dan ooit de moeite waard. Europa verkeert in een cruciale fase.
Echte stedenbanden behoren niet van bovenaf opgelegd te zijn of onderhouden te worden. Maar worden op menselijk niveau vormgegeven, exact zoals we ook de participatiemaatschappij graag vorm geven. Daarin krijgen sociale waarden en betrokkenheid ruimte en betekenis. Elk jaar staat een delegatie uit Blomberg belangeloos op de Kerstmarkt en schenkt zij de opbrengst daarvan aan een Papendrechts goed doel. Elk jaar schenkt Blomberg, van eigen grond, ons een gigantische kerstboom. Dit jaar op aangeven van Papendrecht geen Kerstmarkt, geen kerstboom en geen kerstkramen. Desondanks kwamen zij, eigener beweging, maar dan in het kader van het Lichtjesfeest. Omgekeerd is het idee vanuit Papendrecht om het komende jaar een oude ‘telefooncel’ gevuld met boeken, ter beschikking gesteld door onze eigen inwoners, op de Marktplatz in Blomberg te plaatsen om daar als een vrije bibliotheek dienst te gaan doen, met enthousiasme ontvangen. Dit jaar, 2016, gaat alweer de 3e editie van de Pabloloop van start; viert Blomberg, dat historische banden heeft met ons Koningshuis en onze luchtmacht, hier in Papendrecht en in samenwerking met het onvolprezen Oranje Comité, Koningsdag met ons mee; levert zij daar ook een belangrijke bijdrage aan. Wij op onze beurt zijn daar te gast op een unieke Koninginnedag, met naar verluidt hooggeplaatste gasten. Over verbinding gesproken: zijn dat inspirerende elementen in de warme vriendschapsband tussen inwoners van Papendrecht en Blomberg.
Terug naar het thema verbinden en loslaten . . . .
Wanneer ik, onder verwijzing naar de kerstboom, voor mijzelf spreek, voel ik mij sterk verbonden met de gemeente en de gemeenschap van Papendrecht. Het burgemeesterschap kent verschillende rollen en is in al zijn facetten uitermate boeiend, afwisselend en leuk werk, wat ik met plezier en toewijding doe. Gelukkig is mij ook de gezondheid en vitaliteit gegeven om dat werk te doen, daar ben ik dankbaar voor. Zoals ik ook dank verschuldigd ben aan al die mensen waar ik bestuurlijk en ambtelijk mee mag samenwerken en die ik in mijn werk in de samenleving mag ontmoeten; dat is iedere keer weer opnieuw een ontdekking, verrassing, en meestal een feestje. Soms op de voorgrond tredend en meer nog op de achtergrond werkend, zet ik mij graag dienend in, bij te dragen aan die onderlinge verbinding in onze samenleving; voor de sociale cohesie in Papendrecht, die zo ontzettend belangrijk is om het geheel te laten functioneren en moeilijke problemen, die op verschillende schaal niveau’s op ons af komen, het hoofd te bieden.
Natuurlijk bewaak ik de kwaliteit van processen en besluitvorming, draag ik bij aan de bevordering van een goede implementatie van besluiten en dito uitvoering, sta ik voor de veiligheid en openbare orde, maar boven alles laat de kern van de burgemeestersfunctie zich toch samenvatten in de opdracht: ‘de boel bij elkaar te houden’.
Als ik dat op dit moment overzie, dit jaar zo halverwege mijn derde ambtstermijn in Papendrecht, dan blijven er bij kritische beschouwing natuurlijk altijd zaken over die nog beter kunnen en voor verbetering vatbaar zijn, want het werk is nooit af. Toch constateer ik dat we het grosso modo in Papendrecht met elkaar als samenleving en gemeentebestuur nog niet zo slecht doen: Papendrecht blijft zich, ondanks tegenwind, in ruimtelijk functioneel opzicht gestaag en kwalitatief ontwikkelen; in sociaal maatschappelijke zin zijn de grote veranderingen die op ons af kwamen adequaat opgepakt en dat geeft vertrouwen ten aanzien van de opdracht die nog resteert; er is sprake van een financieel beleid, dat weliswaar vraagt om een vinger aan de pols omdat het meeste vlees van de botten is, maar dat verantwoord is; er worden interessante stappen gemaakt in de zoektocht naar meer interactie tussen het politiek-bestuur en de samenleving (tussen bestuurders en bestuurden), pilots worden opgezet in die zoektocht de burger het vertrouwen te geven dat de lokale democratie leeft en daadwerkelijk open wil staan voor dialoog, voor samenwerking, voor verbinden en loslaten. Duurzaamheid staat hoog in het vaandel; asielzoekers met een vergunning worden, zonder gedoe, gehuisvest, opgevangen en geholpen te integreren in onze samenleving, daarin te participeren en een constructieve bijdrage te leveren. De positie van Papendrecht als zelfstandige gemeente/gemeenschap, tot slot, is (nog) niet echt in het geding, maar vraagt wel om uiterste waakzaamheid, zeker als we menen te horen: ‘gaat u maar rustig slapen’.
De uitdaging: verbinden en loslaten. Uitdagingen blijven en daarmee wordt dynamiek en vitaliteit behouden. Nieuwe uitdagingen doen zich voor / vervangen oude / de verbinding blijft / loslaten is een kunst, en een uitdaging tegelijk.
Alles overwegende, beste mensen, heb ik besloten Zijne Majesteit te gaan verzoeken om mij per oktober van dit jaar van mijn ambt te ontheffen. Ik ben hier dan ruim 15 jaar in functie geweest en wil mijn ervaringen, inzichten, energie en creativiteit gaan inzetten voor nieuwe uitdagingen in een nieuwe werkomgeving.
Door het nu aan te kondigen geef ik de gemeenteraad ruim de tijd, tijdig, een kroonbenoemde opvolger te zoeken. In tussen tijd gaan we gewoon door met ons werk, want er is nog genoeg en misschien nog wel iets extra’s te doen om zaken keurig achter te laten en over te dragen. Daarbij reken ik op voortzetting van de goede contacten en samenwerking met ieder van u, die graag een bijdrage wil leveren aan het welzijn van Papendrecht.
D+H, mede namens mijn echtgenote wens ik u een goed, gelukkig en gezond 2016 toe.
Ik dank u voor uw aandacht."
|