Burgemeester C.J.M. (Kees) de Bruin, Papendrecht
paap

Postzegel

Weblog

Drechtsteden op stoom - 30-11-2005

De Drechtsteden zijn volop in de weer om zich te oriënteren en steviger te organiseren. De ontwikkelingen gaan snel en daar moet in afdoende mate en bijtijds op ingespeeld worden. Daarom was er een conferentie georganiseerd voor de leden van de agenda commissie, de wethouders P&O en de gemeentesecretarissen.

 Er werd intensief overleg gepleegd over hoe zaken bestuurlijk en organisatorisch verder vorm gegeven moeten worden. Behalve dat er een juridisch instrumentarium voor de Drechtesteden samenwerking gaat komen, de gemeenschappelijke regeling, moet bijvoorbeeld ook verder nagedacht worden over de organisatie en aansturing van projecten in het kader van "mandenmaken" en zaken als een gemeenschappelijk sociale dienst. Daarnaast zullen de verkiezingen voor de gemeenteraad in maart 2006 gevolgen hebben voor de personele bezetting en dient er continuïteit van bestuur te zijn.

Persoonlijk heb ik dit als een zeer nuttige bijeenkomst ervaren. Zelf heb ik o.a. ingebracht dat er voldoende bestuurlijke en ambtelijke betrokkenheid in brede zin dient te blijven. In een eerder stadium, bij de tot standkoming van de gemeenschappelijke regeling, had ik al en met succes, vasthoudend gepleit voor een vertegenwoordiger uit ieder college van B&W in het nieuwe Drechtstedenbestuur dat straks gevormd gaat worden. Niet om daar zelf een plaatsje in te krijgen; in tegendeel. Ik zal straks zelf niet opteren om als burgemeester zitting te nemen in het Drechtsteden bestuur. In ben van mening dat de gemeenten daar primair personen naar af moeten vaardigen, die politiek ter verantwoording geroepen kunnen worden voor het beleid en de besluiten die daar genomen worden. De burgemeesters, waaronder ik zelf, kunnen zich daarnaast uiteraard wel op andere wijze, m.n. in een verbindende rol, verdienstelijk maken in de regionale samenwerking.

Bij dat geheel van regionale samenwerking in Drechtstedenverband dient natuurlijk wel vast te staan dat goede en duurzame regionale samenwerking alleen maar kans van slagen heeft als men de bestaande gemeentegrenzen èn ieders eigen gemeentelijke identiteit ten volle blijft respecteren. Dat werd trouwens nog eens duidelijk bevestigd.

Terug