Burgemeester C.J.M. (Kees) de Bruin, Papendrecht
paap

Postzegel

Weblog

Nieuwjaars toespraak - 3-1-2011

Nieuwjaarstoespraak burgemeester C.J.M. de Bruin, Papendrecht; 03 januari 2011

" Dames en heren,

Het is mij een genoegen u van harte welkom te mogen heten, mede namens de leden van de gemeenteraad en het college èn het is ook mede namens hen, dat ik u vanaf deze plaats het allerbeste toe wens voor het nieuwe jaar.

Een nieuw jaar betekent goede voornemens, nieuwe kansen; ambities wellicht.

Het begin van een nieuw jaar biedt ons een nieuw perspectief; verwachtingsvol kijken we naar de toekomst.

Wij wensen elkaar het allerbeste... en we verwáchten ook het beste.

Maar wat verwacht U eigenlijk in het nieuwe jaar van de overheid ?

De afgelopen decennia zijn onze verwachtingen van wat de overheid kan doen voor welvaart en welzijn gegroeid. Bijna vanzelfsprekend wordt voor oplossingen vaak gekeken naar de overheid, naar de mensen van de gemeente, van de politie of andere instellingen.

En die doen in de praktijk veel, maar kunnen lang niet altijd aan alle verwachtingen voldoen. Wellicht verwachten we teveel van de overheid en moet de overheid zich nadrukkelijker bezinnen of zij nog wel aan al die verwachtingen kan of wil voldoen. Onze premier benadrukt dat door te zeggen, ‘de overheid is geen geluksmachine’.

De overheid loopt onmiskenbaar tegen de grenzen van zijn mogelijkheden aan. Dat wordt ons op verschillende manieren en soms pijnlijk hard duidelijk. Blijft de vraag of we voor die constatering weg lopen, of dat we het onder ogen durven te zien en bereid zijn ons te gaan bezinnen op een fundamentele heroriëntatie.

Voorbeelden zijn de crises in stelsels, die we om ons heen zien. Verleden jaar heb ik in mijn toespraak verwezen naar de financiële, de economische en de klimaatcrises allen in relatie tot het politiek-democratisch functioneren, dat ook zwaar onder druk staat. Aansluitend noem ik hier het zelforganiserend vermogen in de samenleving, dat de afgelopen decennia is afgezwakt.

Een voorbeeld: aan het bevorderen van de werkgelegenheid besteedt de                  rijksoverheid elk jaar € 11 miljard. Dat geld is nodig, omdat werkzoekenden er niet meer in slagen om zelfstandig een baan te vinden; èn, het werkgevers niet lukt om zelf passende werknemers aan te trekken !

De vraag rijst, wat is er fout gegaan ?

In onze verzorgingsstaat is het zelforganiserend vermogen van individuen en organisaties in toenemende mate verdwenen of praktisch gezien onmogelijk geworden. Er dient opnieuw in de samenleving te worden geïnvesteerd om dat zelforganiserend vermogen terug te winnen. Dat betekent dat in onze samenleving van zelfstandige burgers, concepten die voor modern en gangbaar gehouden worden, ter discussie gesteld dienen te worden. In praktijk zijn het vaak niet meer dan verouderde concepten, waarop doorgeredeneerd is (oude wijn in nieuwe zakken). Zij worden, bewust of onbewust, in stand gehouden door organisaties, die vanuit zichzelf denken, die vanuit zichzelf de wereld bekijken en de samenleving wetten, regels of gebruiksaanwijzingen hebben opgelegd; organisaties die zodoende tot een virtuele realiteit worden.

Ook de overheid zelf heeft er toe bijgedragen dat burgers, bedrijven en instellingen in hun taal, denken en handelen, bijvoorbeeld gemeenten, zijn gaan zien als businessunits. Vaak zelfs (als een businessunit) als onderdeel van de rijksoverheid; daarbij voorbijgaand aan de essentie van de gemeente als de unieke en zelfstandige bestuursvorm van de locale gemeenschap. Er wordt in management termen gesproken van klanten, taken, budgetten, uitvoering en verantwoordelijkheden.

Maar zowel in het werkveld van de overheid, de zorg, het onderwijs en de politie geldt, dat als voor een dienst gericht op de mens een productbenadering wordt gehanteerd, onvermijdelijk de kenmerkende verbinding tussen leverancier en ontvanger wordt verbroken: politiewerk is meer dan het halen van bonnenquota, echte zorg is meer dan het aantal minuten aan het bed, de opleiding en ontwikkeling van een student is meer dan het percentage diploma’s aangeschaft via InHolland èn dames en heren, stemgerechtigde burgers, de aanstaande verkiezingen op 02 maart voor Provinciale Staten, zijn meer dan een klant tevredenheids onderzoek. Van dat soort beelden moeten we dringend af.

Daarom de vraag: wat verwacht u van de overheid?

De crises waarmee we heden geconfronteerd worden zijn enerzijds een gevolg van ons vastgelopen denken, anderzijds vormen ze een kans, een appèl; noem het een ‘wake-up call’ ! (wordt wakker) 

Euro’s verdampen, pensioenen verbleken en op internet voltrekken zich vijandige aanvallen. Ontwikkelingen laten ons zien dat een risicoloze samenleving niet bestaat èn dat het een illusie is te denken dat overheden mensen kunnen vrijwaren van rampspoed of tegenslag.

Pogingen om dát wel te bereiken, hebben ons in de loop van de afgelopen decennia vooral steeds uitdijende regelgeving gebracht. Steeds meer wetten, protocollen en ondersteunende systemen zijn opgetuigd om te zorgen, dat alles volgens de regeltjes verloopt. In praktijk verdwijnt er nauwelijks een regel, er komt alleen maar meer bij. Onder andere als gevolg van continue schaalvergroting en een daarbij gegroeide productbenadering. Dan gaan regels het verkeer tussen mensen en organisaties domineren en wordt de verbinding tussen leverancier en ontvanger verbroken. Daarmee verdwijnt de ruimte om specifieke, persoonlijke situaties te honoreren met de aandacht die eigenlijk noodzakelijk is. De meest schrijnende voorbeelden hiervan zien we, ik duidde daar al op, in de zorg, waar hulpbehoevenden zijn gereduceerd tot minuten die beschikbaar zijn voor wassen, aankleden en eten. De ruimte voor persoonlijke aandacht en contacten is daar zo goed als verdwenen. 

Maar niet alleen in de zorg en bij overheden, ook bij bedrijven heeft schaalvergroting vergelijkbare effecten. De regels zijn leidend geworden, het belang van consumenten naar de achtergrond verdrongen. Als geen ander heeft Youp van ’t Hek dat onlangs (in magazine De Help) onder de aandacht gebracht: eindeloze wachttijden, geen beantwoording van vragen en het uitblijven van oplossingen van problemen. Organisaties bepalen de regels; zijn horende doof.

Terwijl burgers overal klant dreigen te worden, wordt het voor bestuurders en medewerkers van steeds groter groeiende organisaties tegelijkertijd ingewikkeld, om niet zèlf het overzicht over het grote geheel te verliezen; het spoor bijster te raken: hoe hangen alle ontwikkelingen en projecten samen, welke doelstellingen hebben we, welke regels hanteren we, hoe gaan we met onze afnemers om? Is het voor bestuurders nog steeds mogelijk te sturen, of raken ze het overzicht en de grip kwijt, mogen ze dat wel hardop te zeggen, of komt dan de geloofwaardigheid van het geheel ter discussie; gaan we door tot de missers en onmacht niet langer te maskeren zijn ? Kortom is hun realiteit een virtuele, en hoe lang houdt dat stand ?

Dat sluit aan op onze samenleving, die uiterst complex en daarmee kwetsbaar is geworden. We zijn zo slim en willen dat ook graag tonen, dat we het met elkaar steeds ingewikkelder maken en dus kwetsbaarder worden. Dat betreft niet alleen bestuurlijke concepten, maar ook onze fysieke omgeving. Wij ervaren dat sneeuw en ijzel nationaal onze mobiliteit in gevaar kunnen brengen. Bent u overigens voorbereid op onverwacht 24 uur geen electriciteitsvoorziening ?

Wat verwacht u van de overheid ? van de gemeente ?

Gaat het er om op gemeentelijk niveau een academische takendiscussie te voeren? Of dient veeleer opnieuw de verbinding met burgers, bedrijven en instellingen gezocht te worden, om aan de basis te ontdekken wat daar gebeurt èn mogelijk is; om waar nodig aanvullend als overheid beperkte ondersteuning te geven; zodat wat nodig is tot stand gebracht kan worden, in de zin van resultaat tot stand brengen; zaken vooral niet (gaan managen of) in processen gaan onderbrengen. Want dat betekent afstand en vervreemding: het verloren gaan van de verbinding.

Voldoende stof tot nadenken. Het is zaak ontwikkelingen in de samenleving te onderkennen en daaraan betekenis te geven. De draagkracht in de samenleving staat onder druk. Mensen vervreemden van hun omgeving. Het vertrouwen in het vermogen van de politiek, organisaties of instellingen dat op te kunnen lossen, is tanende. Mensen hebben behoefte aan klare taal. Het basisprobleem van grote organisaties is echter, dat ze van binnen naar buiten kijken;  zich richten op verfijning, op herstructurering en schaalvergroting van hun intern gerichte wereld; ’n wereld, die minder aansluit op de ontwikkelingen in de samenleving. Als in discussies over de toekomst de nadruk komt te liggen op structuren en posities, dan komt de inhoud nauwelijks meer aan de orde. Dan maakt de inhoud plaats voor intern gericht efficiency-denken, waarbij te weinig wordt nagedacht over de maatschappelijke betekenis; dan gaat de effectiviteit (van beleid) verloren.

De samenleving verandert, meer en meer zal gekeken moeten worden naar wat in de buitenwereld echt van belang is. Dat is een overgang waarbij moet worden beseft dat  de bestaande manier van kijken en hetgeen van betekenis wordt geacht, niet meer bruikbaar of toepasbaar kan zijn. Burgers gaan immers steeds meer van zichzelf uit. Dat is het resultaat van het vooruitgangsdenken. Vroeger was sprake van economische en sociale afhankelijkheid en werd het idee gepropageerd dat ieder mens zo onafhankelijk mogelijk zou moeten zijn van zijn omgeving. Dat is inmiddels bijzonder goed gelukt! Individuen gaan zich nu ook echt zo gedragen: ze gaan nog uitsluitend van zichzelf uit. Maar als individuen in de samenleving van zichzelf uitgaan, ontstaat  enig moment een situatie, dat niet meer tot hen doordringt wat er gebeurt in een ander deel van de samenleving; in dat deel van de samenleving waarin zij niet verkeren. Daar heeft men geen relatie mee, geen kennis van: samenhang ontgaat.

Dan wordt in toenemende mate perceptie beleefd als waarheid; feiten en samenhang worden ervaren als vervelend en lastig (als vervelend gevolg van een onzichtbare samenzwering). Rationaliteit wordt naar de achtergrond verdrongen. In de VS zien we mevrouw Palin of de Teaparty staan voor een beweging waarin het niet meer om feiten of rationaliteit gaat, maar om wat er op dat moment, op hun schaal, in hun beleving van belang is. Mevrouw Palin wordt niet afgestraft vanwege haar gebrek aan kennis; ondertussen verdampt het draagvlak voor Obama en lijkt hij tot een icoon te worden van de intellectuele benaderingswijze, die niet meer aanslaat.

Dat gaat gepaard met de opkomst van de beeld- en twittercultuur; deze cultuur communiceert geen intellectuele concepten, maar emoties en datgene wat actueel heerst en trendmatig is. Een weloverwogen manier van kijken en beargumenteren krijgt in die cultuur nauwelijks kans.

Dat alles roept tegengeluiden op, vraagt om antwoord. De reflex kan zijn om terug te gaan. Maar restauratie is een doodlopende weg. Nodig is een stap voorwaarts, ‘n echte stap voorwaarts. Ik denk daarbij in termen van: ‘sense and simplicity’. Of om het in rond Hollands te zeggen: de kracht van de eenvoud! Niet steeds ingewikkelder maken, maar wat we complex gemaakt hebben, eenvoudiger maken: overzichtelijk, met slagvaardigheid, gezond verstand, verantwoordelijkheid, en samen richting gevend.

Dat is lastig, omdat veel wat verandering of vernieuwing genoemd wordt vaak geen verbetering betekent, omdat ze binnen bestaande en oude handelingspatronen opgepakt worden. Een veranderende wereld kan echter niet beoordeeld worden vanuit een periode die achter de rug is. Er dient daarom ruimte te zijn zich te verbinden met deze tijd. Dat vereist een voldoende open oriëntatie om ontwikkelingen te herkennen en positieve mechanismen ruimte te geven. Jongeren en dan bedoel ik echt jongeren, (zeg tot 25, hooguit 30 jaar) kunnen daarin een rol van betekenis spelen. Zij kunnen ons leren hoe de toekomst vorm gaat krijgen. Dat vraagt een benadering niet vanuit het gezegde: “wie de jeugd heeft, heeft de toekomst” want dat is vanuit het oude geredeneerd, maar vanuit de gedachte dat

“de toekomst voorbij de gevestigde orde ligt”.

Ik heb het hier over een ingewikkeld proces, dat niet 1-2-3 tot stand komt of resultaat heeft, maar wel een proces waarvoor in Papendrecht mogelijkheden zijn, aanzetten gegeven, fundamenten gelegd. Het is het streven naar draagkracht in de samenleving, het mobiliseren van sociaal kapitaal,  èn het leggen van verbinding met de jeugd.

Elk jaar kan ik meerdere voorbeelden noemen van geslaagde initiatieven. Dit keer noem ik de feestelijke activiteiten voor de jeugd in de Breitnerstraat, het Zonnig Hart Festival in mei, het Vijverpark festival, het Wereldfeest in december in Interval, de sport- en speldag, de Wiekendag in september, waar het wijkactiviteitencomité een middag voor de bewoners van de Wieken organiseerde mèt hulp van de hangjeugd ter plekke, en ik noem de activiteitenmiddag in oktober aan de Molenvliet, compleet met  voetbaltoernooi waar de beide initiatiefneemsters velen, ook jongeren wisten te mobiliseren zodat zij gingen mee-organiseren en verantwoordelijkheid dragen.

Over verbinding, het delen van verantwoordelijkheid en dienstverlening gesproken: meldingen over zwerfvuil kun je bij de gemeente doen. Maar tegen de tijd dat die de melding heeft geregistreerd, verwerkt, ingepland, uitgezet en opgelost, had de meldinggever wellicht ook zelf het probleem eenvoudig kunnen verhelpen. Onze Zappers bellen daarom niet en wachten niet af, maar komen zelf in actie en geven het voorbeeld door afval van straat te verwijderen. Papendrecht telt zo’n tachtig Zappers en een van hen wist het zelfs bijna tot Nederlands Zapper van het jaar te brengen!

Zo laten burgers, bedrijven en instellingen zien wat ze waard zijn. Ze laten zien dat ze het uitstekend zelf kunnen, zonder veel hulp van de gemeente. Die houding zorgt voor meer betrokkenheid, verantwoordelijkheid en saamhorigheid, voor meer kracht en creativiteit. En mensen, bedrijven en organisaties kennen de eigen buurt, weten talenten, ervaring, middelen en mogelijkheden aan te boren en samen te brengen. Dat stimuleert, geeft betrokkenheid, voldoening èn trots.

Tijd voor een nieuw perspectief.

De nieuwe coalitie waarop het huidige college van B&W gestoeld is, heeft een motto  dat deze elementen in zich draagt. Het motto: “een nieuw perspectief, met Papendrecht centraal”.

Wat is uw perspectief?

U weet het nog wel. Hoe u ooit leerde perspectieftekenen op school: perspectief geeft diepte.

Als burgemeester stimuleer ik graag: het oog hebben voor de toekomst van Papendrecht op langere termijn, zodat we ook over vijftien tot twintig jaar of zelfs meer, een levendige, trotse gemeenschap kunnen zijn met een eigen bestuur als uiting van kracht en vitaliteit. Dat kunnen we bereiken als we op z’n Papendrechts doen: niet te ingewikkeld en meer onderling samenwerken. Samenwerking tussen burgers, bedrijven, instellingen, verenigingen, kerken en de gemeentelijke overheid, uw eigen lokale bestuur. We zagen onlangs nog tijdens de Duitse Kerstmarkt tot welke prachtige resultaten dat leidt. Door samenwerking van velen, zowel in de samenleving als vanuit onze ambtelijke medewerkers kwam opnieuw iets verrassend moois tot stand. Daarbij mag niet onvermeld blijven de inzet vanuit onze Partnerstad Blomberg. Zij zorgden in belangrijke mate voor de kerstsfeer, voor de attributen, voor de ongedwongenheid, die zo kenmerkend was en door velen gewaardeerd werd. Van de Blombergers kunnen we leren maatschappelijk samenwerken, vorm en inhoud te geven; leren dat samenwerken niet  altijd makkelijk is; leren dat je soms aan elkaar moet wennen; dat je soms in aanvang een andere taal spreekt maar desondanks, met hetzelfde doel voor ogen, het resultaat toch samen tot stand gebracht kan worden; dat je soms wat water bij de wijn/glühwein moet doen, maar al werkende dat water ook door iets sterkers te vervangen is.  Dan ontstaan  in alle eenvoud de mooiste dingen. Ook onze eigen medewerkers hebben dat ervaren; medewerkers die soms wel eens gezien worden als ambtenaren in klassieke zin. Ik was er getuige van, dat zij geïnspireerd raakten en helemaal los gingen, met een geweldige inzet, betrokkenheid en motivatie doorgingen tot ze zeker wisten dat ze, van hun kant, alles gedaan hadden om van de Duitse Kerstmarkt in Papendrecht een succes te maken. Met zulke kanjers moet het dit gemeentebestuur kunnen lukken een slag te maken in het aanbrengen van verbinding met de samenleving.

Een wenkend maar vooral ook werkend perspectief.

Met speciale aandacht voor onze jongeren: ik verwijs naar leerlingen van de Lage Waard en van het Willem de Zwijger, die opkomen voor hun omgeving, die kennis en kunde kunnen delen met anderen, bijvoorbeeld met de ouderen van de Stolpe hiernaast. Ik noem de jongeren die voor hun inzet een decoratie ontvingen: het jeugdlintje.

“ de toekomst ligt voorbij de gevestigde orde “

Geef ze ruimte, stimuleer creativiteit, sta open voor hun kijk op de wereld. Want onze jongeren zijn voor een groot deel niet alleen slim en goed opgeleid, maar weten zich ook soepel aan te passen aan onzekerheden. Jongeren gaan daar anders mee om. Opgegroeid met meer luxe, maar met minder vertrouwen in instituties. En dat betekent: niet vertrouwen op instituties maar je lot in eigen hand houden. Zij hebben een ander perspectief dan u en ik en ze zijn bijzonder praktisch ingesteld.

In een hoofdredactioneel artikel in NRC Handelsblad van afgelopen week gewijd aan de zoutcrisis las ik, ‘ het gaat immers niet om briljante oplossingen, de charme van eenvoudige oplossingen is, dat ze zo verdraaid effectief zijn’.

Dat sluit aan bij de mentaliteit en cultuur van Papendrecht, van de vroegere erwtenpellers. Voeten op de grond, nuchter, niet te veel poespas, maar tegelijkertijd streven naar kwaliteit. De ondernemers van wijnhuis De Paap, gebroeders Van de Graaf, geven hiervan een voorbeeld. Door hen werd een chococrunch op de markt gebracht, in vorm en kleur gelijk aan dat typerende product van de erwtenpellers. Zij hebben dit product, hier vanavond op tafel beschikbaar, stevig in de markt gezet. Een mooi staaltje van succesvol en lokaal creatief ondernemerschap; een treffende illustratie van de kracht van de eenvoud.

Dames en heren, ik sluit af: de start van de kolonisten in het toenmalige ruige gebied van het vroegere Papendrecht was zwaar. Elkaar aankijken, wachten op hulp van buitenaf, je afhankelijk van anderen opstellen, bracht de mensen geen steek verder. Daarom gingen de handen uit de mouwen en werd er aangepakt. En zie wat er met die instelling tot stand is gekomen en waar we mede dankzij de inspanningen van toen staan aan het begin van 2011.

Laten we trots en vooral dankbaar zijn op al deze verworvenheden; vandaar uit met perspectief bouwen aan een mooi 2011 en een sterke toekomst.

Mede namens mijn vrouw wens ik u een goed, gelukkig en vooral gezond nieuw jaar toe.

Ik dank u voor uw aandacht."

Terug