Op 31 oktober nam ik afscheid van mijn secretaresse Riet Stuij van den Herik-Matena. Dat afscheid kon natuurlijk niet ongemerkt voorbij gaan. Tijdens de afscheidsreceptie sprak ik:
" Welkom,
Riet en natuurlijk Wim, jullie zoon en schoondochter
Ook welkom aan de overige aanwezigen: gasten van buiten, collegeleden
Collega’s vanuit dit huis en buiten locaties
Vanmiddag is het wel een heel speciale middag; we zijn met velen bij elkaar; staan om jou heen Riet, want jij bent vanmiddag het middelpunt
Ongetwijfeld wat vreemd voor je, omdat jij eigenlijk altijd gewend was om mee te helpen als anderen in het middelpunt stonden
Nu is dat anders en laat het maar gewoon gebeuren; denk niet is dat wel geregeld, is daar wel aan gedacht; ga er maar vanuit dat alles geregeld is, met uitzondering van de dingen die niet geregeld zijn, maar die komen ook goed.
Wij staan hier om jou heen, vanwege jouw afscheid als medewerker van de gemeente Papendrecht, als bestuurs secretaresse i.c. als secretaresse van de burgemeester.
Het is een feestelijke bijeenkomst, niet omdat we blij zijn dat jij afscheid neemt; wel omdat we het fijn vinden dat jij al die jaren bij ons was: als collega, als secretaresse, als persoon;
Dat we het fijn vinden dat we met jou mochten samenwerken en dat we dat nu eens hard op kunnen zeggen, tastbaar tot uitdrukking kunnen brengen en warm bevestigen met woorden, een kus of een knuffel.
Riet, als ik het goed heb, ben je bij de gemeente komen werken in 1991. Je maakte toen de overstap van het Willem de Zwijger college naar het gemeentehuis. Ik vermoed dat het ’t oude gemeentehuis was aan de Brederodelaan. Het is, denk ik zo, van het toenmalige gemeentebestuur toch een mooi gebaar geweest om in het verlengde van jouw komst te verhuizen naar dit pand.
Je begon je werkzaamheden bij de receptie van het gemeentehuis; toen maar ook nu nog steeds een belangrijke plek, misschien wel de belangrijkste, omdat daar onze inwoners hetzij aan de balie, hetzij telefonisch het eerste contact hebben met organisatie en bestuur.
De receptie viel toen onder Interne Zaken o.l.v. Rumo Vermunt (als opvolger van Nol Adriaanses).
Mij is verteld dat het van jou een goede gewoonte was, destijds, om na het werk bij de receptie, aan het einde van de middag, op de afdeling Interne, onder het genot van een kopje koffie en een sigaretje met collega’s nog even de dag door te spreken. Ik kan me daar van alles bij voorstellen. Collega’s vertellen ook dat er vaak geïnformeerd werd en gesproken over PKC, zeker toen men wist dat jij daar speaker was.
Bij de receptie eerste aanspreekpunt voor inwoners in relatie tot organisatie en bestuur; dat deed je goed (die vaardigheden kwamen je later ook goed van pas) zo goed, dat jouw talent ook anderen opviel én jij van jouw kant uitgedaagd werd om een beweging te maken naar dat deel dat niet tot de organisatie behoort: het bestuur. Je werd vervangster van Marianne Knol, die voor het college werkte.
(In die tijd was er één secretaresse voor het hele college en de gemeentesecretaris !)
Het lag dan ook voor de hand, dat toen Marianne medio 2000 vertrok naar Dordrecht, jij haar opvolgde.
Ook al had je door vervanging al wat ervaring opgedaan, het moet best wel spannend geweest zijn om de secretariële ondersteuning van burgemeester, wethouders en secretaris in je eentje op je nemen c.q. over te nemen van iemand die dat al 20 jaar gedaan had.
Maar het ging je goed af en toen ik een jaar later medio 2001 binnen kwam trof ik een secretaresse, die van de hoed en de rand wist en zozeer ingewerkt was en mij terzijde kon staan, dat ik het zomaar aangenomen zou hebben als mij verteld was dat jij daar al vele jaren full-time werkte. Dat was maar goed ook want reeds op de derde dag na mijn installatie, uitgerekend de avond nadat de gemeenteraad belangrijke besluiten genomen had over de ontwikkelingen van het centrum inclusief De Meent, moest die zelfde Meent zowel winkels als woningen ontruimd worden in verband met een crisissituatie. Jij kende namen en gezichten van de mensen die ik toen hard nodig had.
Voor mij lag er in 2001 de uitdaging in een geheel nieuwe omgeving met nieuwe mensen en met eigen aandachtspunten mijn nieuwe functie van burgemeester/burgervader inhoud en vorm te geven. Voor jou zal het ongetwijfeld ook een uitdaging geweest zijn en de vraag of je met die nieuweling wel goed uit de voeten zou kunnen.
Wat mij betreft kan ik hier oprecht en volmondig zeggen dat het samenwerken met jou prima ging c.q. een voorrecht is geweest. Je begreep al snel wat ik van je verwachtte; je kon en wilde dat ook invullen; je dacht mee en voor uit; zorgde dat wat nodig was gedaan werd en op tijd, dusdanig tijdig dat als er onverwacht zaken door heen kwamen, de dingen die reeds afgesproken en gepland waren zo min mogelijk in de knel kwamen; de sleutel tot efficiënt en veel werk verzetten.
Je kende het dorp en je kende de mensen, de verenigingen, de bedrijven, de instellingen, je wist veel én nog veel meer! Dat was natuurlijk niet verwonderlijk als echte Papendrechtse, van een bekende familie, die van huis uit maatschappelijk actief was; je werk bij het Willem de Zwijger, je werk bij de receptie en je betrokkenheid bij PKC, je aanwezigheid bij raadsvergaderingen. Ik kan zonder overdrijven zeggen, dat jij voor velen uitgegroeid was tot een van de bekende en meest vertrouwde gezichten van de gemeente , met heel veel kennis en ervaring, die altijd tactvol wist om te gaan met mensen en delicate situaties, maar daar tegelijkertijd ook heel bescheiden bij bleef en op de achtergrond.
Je begreep al snel dat ik tussen de mensen wilde staan, maar tegelijkertijd veel hecht aan onpartijdigheid en onafhankelijkheid, met daarnaast voldoende aandacht voor goede omgangsvormen, stijlvol optreden en de menselijke factor.
Het klikte in onze samenwerking, mede omdat je ook goed invulling wist te geven aan die specifieke rol van secretaresse van de burgemeester, die betekent dat een vertrouwensrelatie van groot belang is en een functionele loyaliteit, zodat dingen over en weer gedeeld kunnen worden. Dat klinkt wellicht spannender dan het is, maar als burgemeester/burgervader komen vele en veel gevarieerde zaken langs: vreugdevolle, verdrietige en persoonlijke drama’s van inwoners, zaken in de sfeer van Openbare Orde en veiligheid, maar ook bestuurlijke uitdagingen. Je was altijd behulpzaam met voldoende inlevingsvermogen en ik heb het altijd bijzonder knap gevonden , dat er dan maar weinig woorden nodig waren; je begreep al snel wat er van je verwacht werd en was daar vaak al mee bezig nog voor het ter sprake was gekomen.
Riet, van mijn kant heel veel complimenten en waardering daarvoor !
Maar ook respect; respect omdat je als bestuurs secretaresse, als zodanig, in de organisatie niet de eenvoudigste rol te vervullen had. Was je in het begin de enige secretaresse, de werkzaamheden namen toe en het bestuurssecretariaat groeide mee en je werd in toenemende mate secretaresse van ondergetekende. Maar je kreeg ook directe collega’s, die op hun beurt weer ingewerkt moesten worden en bij jou te rade kwamen, vanwege je ervaring en kennis. Dankbaar werd daar gebruik van gemaakt en ik denk dat in de nabije toekomst jouw ‘historische kennis’ nog wel eens gemist zal worden.
Respect ook omdat je , bij wijze van spreken, diverse colleges zag komen en gaan (ik telde zo’n 12 wethouders). Net als ondergetekende allemaal personen met die allemaal hun eigen manier van doen en karakter hadden. Maar jouw werkplek kende de vertrouwde bezetting; je was de continuë factor, een ankerpunt , dat zorgde voor stabiliteit en de nodige rust.
Je wist correct en op je eigen manier om te gaan met al die verschillende personen die aan je bureau voorbij kwamen: burgemeester, wethouders, secretarissen, collega secretaresses, directeuren of afdelingshoofden, ambtelijke medewerkers, fractievoorzitters, raadsleden, griffier en medewerkers, gasten van buiten.
Hartelijk, met een knipoog en een lach waar mogelijk of een tikkeltje strenger als dat nodig was, maar altijd dienstbaar, met aandacht voor het resultaat en standvastig zaken in goede banen leidend.
Nogmaals respect daarvoor en uiteraard veel dank.
Dank omdat je ons: de gemeente, de organisatie, het college, de raad en de gemeenschap en in het bijzonder ondergetekende in mijn en ons werk zoveel gegeven hebt; het beste van jezelf in gezet hebt om van je werk, en door je ondersteuning op de achtergrond, ook van het werk van anderen een succes te maken.
Werkende weg hebben we je ook iets teruggegeven, maar dat zal divers zijn en afhankelijk van de intensiteit waarmee er samengewerkt werd en de mate waarin het menselijkerwijs klikte. Maar met die constatering en alleen maar woorden laten we je natuurlijk niet weggaan; zo nemen we geen afscheid. Daar komen nog een aantal dingen bij om de woorden van waardering, respect en dank te onderstrepen en er voor te zorgen dat je ook iets tastbaars hebt zodat je in de toekomst aan die woorden herinnert blijft.
Morgen is het 01 november, de dag dat je officieel met pensioen gaat, 01 augustus trad je in dienst van de gemeente, maar vanaf 1974 was je werkzaam voor De Willem, waarmee je bijna de 40 jaar in overheidsdienst vol maakt. Daar hoort een financieel gebaar bij, ten bewijze waarvan ik je aanstonds een symbolische cheque zal overhandigen. Je zult er ongetwijfeld een goede bestemming voor vinden in je nieuwe situatie van pensionering, waarin veel niet meer hoeft en veel meer mag en jullie er samen op uit kunnen trekken of genieten van jullie appartement, dat op dit moment een metamorfose ondergaat en weer helemaal op de toekomst wordt voorbereid.
Daarnaast mag ik je namens de gemeente een cadeau overhandigen, dat je vele uurtjes leesplezier en leesgemak zal bezorgen.
Tot slot, mijnerzijds, wil ik je persoonlijk een cadeau geven, dat je symbolisch mag beschouwen, als dank en waardering, dat je al die jaren mijn ondersteuning was en ik op je kon rekenen en je het mij mede mogelijk gemaakt hebt de keten, die bij het ambt past, te dragen.
Riet, bedankt ! "
|