Burgemeester C.J.M. (Kees) de Bruin, Papendrecht
paap

Postzegel

Weblog

postuum erkenning en waardering - 8-5-2014

Op deze bijzondere bijeenkomst mocht ik namens een tweetal ministers postuum eretekenen uitreiken aan de nabestaanden van een tweetal personen die zich in de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië zeer verdienstelijk hebben gemaakt:

Onderscheidingen heren Bal en Streefland - 8 mei 2014 Papendrecht

" Dames en heren, geachte aanwezigen,

In een periode van herdenken en viering van onze vrijheid, spraken we de afgelopen periode onder meer tijdens dodenherdenking  en Bevrijdingsdagover begrippen als vrede en verzet. Over mensenrechten en democratie. Onderdrukking  en vrijheid. De vrijheid om zelf te bepalen waar we gaan en staan en te kunnen doen wat we willen.

Ook het belang van herdenken zelf komt in zo’n periode ter sprake. Omdat velen van ons – gelukkig – gewend zijn aan een wereld waarin we onze eigen beslissingen daadwerkelijk grotendeels in vrijheid kunnen nemen, is het steeds moeilijker voor te stellen dat onze voorouders een hele andere wereld hebben gekend.

Een wereld waarin velen bijvoorbeeld langere periodengeen geld, geen voedsel, geen bescherming, geen dak boven hun hoofd hadden. Waarin mensen vervolgd werden. Geen keuze hadden, want er werd door anderen bepaald over leven en dood. In zulke omstandigheden wordt de échte waarde van het begrip vrijheid in volle omvang duidelijk.

Om latere generaties, die gewend zijn aan een leven zonder beperkingen, die échte waarde van een leven in vrijheid mee te geven, is het belangrijk herinneringen levend te houden. Is het belangrijk je te blijven realiseren dat we ons best moeten doen om vrijheid te behouden.

Het is goed dat we daar nationale momenten voor hebben, waarop we de strijders die offers voor de vrijheid brachten collectief herdenken en eren. Het is daarnaast onze plicht ook op persoonlijk niveau stil te staan bij bijzondere inspanningen. Bijvoorbeeld voor KNIL-militairen die te maken hadden met Japanse gewelddadigheden.

Het is mij dan ook een eer vandaag namens de minister van binnenlandse zaken en de minister van defensie de postuum aan de heer Jan Jacob Johannes Marinus Bal en de heer Pieter Arie Streefland toegekende onderscheidingen uit te reiken.

Jan Jacob Johannes Marinus Balwerd op 16 september 1896 geboren in Amsterdam. Na zijn huwelijk met Gerda Bruins vestigden zij zich op Sumatra. Jan was veilingmeester en eigenaar van een Venduhuis (?veilinghuis?)in Medan. Daar was hij tevens commandant van de vrijwillige brandweer. Op 25 november 1925 werd hun enige kind Marinus Jan Bal geboren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Jan Bal in december 1941 gemobiliseerd en deed hij bij het KNIL dienst als sergeant. Na de capitulatie van het KNIL werd hij op 29 maart 1942 door de Japanners krijgsgevangene gemaakt en per boot op transport naar Birma gezet. Zijn echtgenote Gerda en zoon Jan werden eerst in het vrouwenkamp in Gloegoer en later in kamp AekPaminke II ondergebracht. Zij keerden na de oorlog terugnaar Nederland.

Jan zelf werd in Birma eerst in Tavoy tewerkgesteld, waar een vliegveld werd aangelegd. Later werd hij overgebracht naar Thanbyuzayat en aan de beruchte Birmaspoorlijn tewerkgesteld. Als zovelen liep hij verschillende ziektes op en verslechterde zijn gezondheid. Maar Jan overleefde de ontberingen ternauwernood en keerde na de capitulatie van Japan - ernstig verzwakt – terug naar Sumatra. Na een herstelperiode in het ziekenhuis van Medan vond hij werk als medewerker van het Rode Kruis. Aan velen heeft Jan Bal in de moeilijke periode na de Tweede Wereldoorlog op Sumatra hulp kunnen bieden. Hij overleed op 6 september 1949 te Medan alsnog aan de gevolgen van de ziektes die hij tijdens zijn krijgsgevangenschap in Birma had opgelopen. Jan werd in afwezigheid van zijn vrouw en zoon in Medan begraven. Uit onderzoek van de Oorlogsgravenstichting is gebleken dat het graf van Jan Bal in 1967 is geruimd en als verloren moet worden beschouwd. Zijn zoon Marinus Jan (vader van Hugouw en Jan Pieter) overleed op 8 september 1968 in Dordrecht.

Pieter Arie Streefland is op 15 januari 1900 in Lekkerkerk geboren. Na zijn studie MTS Elektrotechniek trouwde hij op 28 oktober 1926 met Maria Schenk. Zij verhuisden naar Sumatra om daar hun bestaan op te bouwen en een gezin te stichten. Uit het huwelijk zijn drie kinderen geboren (Annie Bal-Streefland wonend te Papendrecht, Hermien Dobber-Streefland en Boudewijn Streefland, alle drie aanwezig op deze 8-ste mei bij de uitreiking). Piet was succesvol met de opbouw van verschillende plantages in Noordoost-Sumatra. Na de mobilisatie eind 1941 kwam hij bij het KNIL onder de wapenen als dienstplichtig vaandrig. Na de capitulatie in maart 1942 werd ook hij op transport naar Birma gezet. Moeder Maria kwam met haar drie kinderen in diverse Japanse vrouwenkampen terecht (Brastagi, Gloegoer en AekPaminke III).

Pieter Arie Streefland werd eveneens aan de beruchte spoorlijn tewerkgesteld. Hij heeft dit door erbarmelijke omstandigheden en ondervoeding niet overleefd. Hij overleed op 3 december 1943 te KhongKang bij kilometer 55 van de spoorlijn aan dysenterie en werd daar ook begraven. Na de oorlog is zijn graf overgebracht naar het Ereveld van Thanbyuzayat in Birma.


In 2008 maakten de broers Hugouw en Jan Pieter Bal (Jan Pieter en Hugouw zijn samen met hun zus Marga, alle drie wonend in Papendrecht,  op 8 mei aanwezig) een door de Oorlogsgravenstichting (Johan Teeuwisse van OGS is uitgenodigd voor 8 mei) georganiseerde reis naar Birma. Dit was de start van een zoektocht naar het verleden van hun opa’s, Jan Bal en Piet Streefland. Contacten met medereizigers bleken zeer waardevol (uitgenodigd 8 mei Sijtje en NannaJeekel en Wil en Corry van de Corput), want hierdoor werden zij gewezen op de mogelijkheid van een postume onderscheiding voor beide opa’s.
Jullie kwamen in contact met luitenant-kolonel b.d. Jacques ZenoBrijl, drager van de Bronzen Leeuw. De 86-jarige Indië- en Nieuw-Guineaveteraan zet zich nog dagelijks met hart en ziel in om oud-militairen alsnog aan een eervolle onderscheiding te helpen. Daarmee wil hij 'recht doen aan die mensen die bereid waren offers te brengen voor het vaderland'.  (JacBrijl is aanwezig op 8 mei en spreker).
Hij vertelde de broers dat hun opa’s mogelijk in aanmerking kwamen voor een postume onderscheiding, het Mobilisatie-Oorlogskruis. Ook bleek dat voor de werkzaamheden na de oorlog van Jan Bal het Ereteken voor Orde en Vrede en het Demobilisatie-insigne KNIL konden worden toegekend.
De heer Brijl heeft de aanvragen in overleg met de broers voorbereid en ingediend bij het Ministerie van Defensie, dank daarvoor!

Dat betekent dames en heren, dat de nabestaanden van de heer Bal in verband met zijn diensttijd in het voormalige Nederlands-Indië het Ereteken voor Orde en Vrede, het Demobilisatie-insigne KNIL en het Mobilisatie Oorlogskruis ontvangen.

De nabestaanden van de heer Streefland ontvangen het Mobilisatie Oorlogskruis.

Met de toekenning van deze onderscheidingen bewijzen we postuum eer aan twee Nederlanders die streden in naam van het vaderland.  Deze officiële toekenning is de erkenning van de offers die zij brachten, moge dit een troost zijn voor u als nabestaanden."

 

 

Terug