Nieuwjaarstoespraak Burgemeester C.J.M. de Bruin Papendrecht, 02 januari 2006
Dames en Heren,
Graag heet ik U hier vanavond, mede namens de leden van de gemeenteraad en van het college, Van Harte Welkom.
Wij waarderen het bijzonder dat u onze uitnodiging, hier aanwezig te zijn, aanvaard heeft: dat wij u hier vanavond kunnen en mogen ontmoeten.
Elkaar ontmoeten is het thema dat voor de nieuwjaarsreceptie centraal gesteld is. Elkaar ontmoeten betekent naar mijn idee, meer dan alleen maar elkaar groeten. Ontmoeten betekent open staan voor contact, luisteren, meeleven en meedenken; betekent bereidheid tonen de helpende hand te bieden daar waar dat nodig is. Dat alles met èn vanuit respect voor alles wat anders is, maar alleen daarom nog niet minder waardevol is.
In 2004 deed ik, bij deze bijeenkomst en vanaf deze plaats, een oproep aan de gehele Papendrechtse samenleving om met mij het jubileumjaar 2005 inhoud en vorm te geven.
Het resultaat was er naar: het jaar 2005 stond bol van de aktiviteiten en ontmoetingen in het kader van Papendrecht 900. Vanuit de samenleving is gedurende het gehele jaar een werkelijk fantastische bijdrage geleverd aan de viering van dat jubileumjaar.
Nu, twee jaar later wil ik daarom vanaf deze plaats nog eens mijn diepe bewondering, waardering en dank uitspreken aan allen, die zowel voor als achter de schermen, in welke vorm dan ook hun bijdrage daartoe geleverd hebben. Ik constateer dat er een grote betrokkenheid vanuit de Papendrechtse samenleving is bij wat zich in die samenleving afspeelt. Inwoners zijn bereid geweest verantwoordelijkheid op zich te nemen. Zij wisten elkaar te vinden en kwamen samen tot het organiseren van aktiviteiten voor anderen. Organisatoren, deelnemers en verschillende bloedgroepen ontmoetten elkaar en voelden zich verbonden.
Ik denk bijvoorbeeld aan de sportverenigingen, die elkaar onder het motto “sport zonder grenzen” sportief bestreden en waarbij respect en gezelligheid minstens zo belangrijk waren als prestaties. Ik denk aan de scholen, de koren en de kerken'. De kerken die intensief samenwerkten aan onder meer het boek 'Op Kerkepad' en 'Praise 900. Ik denk aan de musical en al die andere aktiviteiten, te veel om op te noemen; kortom: de ontmoetingen tussen jong en oud en Papendrechters van totaal verschillende achtergrond, opvattingen en interesses. Al die mensen ontmoetten, inspireerden elkaar en voelden zich verbonden; bouwden op die manier aan de sociale samenhang die zo belangrijk is voor het functioneren en beleven van onze gemeenschap als een werkelijke gemeenschap en maakten daarmee Papendrecht, gedurende 2005, tot meer dan alleen een optelsom van individuele mensen met ieder zijn of haar eigen belang. Daarom noem ik al die aktiviteiten, zo’n 140 bij elkaar: “140 parels aan een snoer”.
En aan dat alles lagen niet eens dikke gemeentelijke beleidsnota’s ten grondslag! In tegendeel èn terecht.
Het organiseren van dergelijke evenementen of reeks evenementen is ook niet de kerntaak van een gemeente. De gemeente als lokale overheid heeft andere taken; de gemeentelijke politiek, het bestuur en de organisatie andere kwaliteiten. Dat neemt niet weg, en ik wil dat hier expliciet vermeld hebben, dat die 140 parels slechts tot glans konden komen door de bereidheid van de gemeenteraad om daar middelen voor vrij te maken. Met die middelen èn die van vele anderen, die in onze gemeente woonachtig, werkzaam of aktief zijn, werd de financiële kant gewaarborgd. Een borging die natuurlijk nodig was, maar die hand in hand ging met een benadering van de hand op de knip en van een belangeloze inzet door vrijwilligers. Dat daagt uit tot creativiteit en haalt het beste in de mensen naar boven. Dat alles werd aangevuld door akties vanuit de bevolking, waarbij ik met name wil noemen de aktie van de leerlingen van het Willem de Zwijger College. Met heel veel geduld en kleine porties variërend van ’n hele tot een halve euro wisten zij gedurende 2005 met elkaar per saldo € 6000,- bij elkaar te brengen voor het goede doel: de Special Olympics; sport voor de verstandelijk gehandicapte medemens. En dan vraag ik u; “wie heeft er geen vertrouwen in het sociaal gevoel, de positieve inzet en de betrokkenheid van de jeugd”?
Daadwerkelijke betrokkenheid, inzet, verantwoordelijkheid nemen, daar niet voor weglopen, zijn kernbegrippen die leiden tot vertrouwen. Vertrouwen, onderling vertrouwen, is nodig om als mensen een fatsoenlijke samenleving gestalte te geven.
Vertrouwen is ook nodig om het bestuur te laten functioneren, zoals dat behoort te functioneren. Vertrouwen van burgers in het bestuur en omgekeerd. De gemeente als zodanig presteert ook hier in Papendrecht belangrijke zaken, waar we best trots op mogen zijn. Zichtbare fysieke iconen daarvan zijn bijvoorbeeld de bouw van ons nieuwe winkelcentrum “de Meent”, de uitbreiding en verbouwing van andere wijkwinkelcentra, de realisering van de woningbouw in de Oostpolder en aan het Merwehoofd, waar de ontmoeting met de rivier vorm heeft gekregen. Veel gaat er goed en dat is mooi. Er zijn ook een aantal dingen die niet goed gaan en daarom extra aandacht krijgen. Waar nodig en mogelijk dient in zulke gevallen correctie plaats te vinden, zonder daarbij de balans uit het zicht te verliezen.
Bestuurlijk is er ook balans nodig: tussen de bestuurders en bestuurden; tussen de diverse organen van bestuur; bij de overheid dus tussen de politiek enerzijds en het bestuur anderzijds; het bestuur, dat weliswaar vanuit de politiek gevormd wordt, maar wel een eigen verantwoordelijkheid heeft en als zodanig dient te opereren.
In zijn algemeenheid is het onrustig in de politiek. Papendrecht is daarop geen uitzondering. Daar zijn een aantal verklaringen voor te geven zoals de invoering van het stelsel van het dualisme, de opkomst van de zogenaamde nieuwe politiek en de discussies rondom de gekozen burgemeester. Daarnaast zou ik willen noemen de vluchtigheid van het hedendaagse en de wens bij velen naar het ‘snelle scoren en weer wegwezen’. Dat staat op gespannen voet met oprechte betrokkenheid, inzet, en verantwoordelijkheid. Daar waar burgers geen verbondenheid voelen, niet het gevoel hebben dat het het algemeen belang is dat gediend wordt, zal het moeilijk zijn om vertrouwen te winnen.
Politieke partijen zien hun aanhang slinken en van karakter veranderen en zien tegelijkertijd nieuwe partijen ontstaan die kortstondig succes boeken. Onder invloed daarvan gaan ze op zoek naar nieuwe aantrekkingskracht en formules. Daar is niets mis mee, ware het niet dat onder druk van de omstandigheden en de behoefte tot scoren te veel zaken tot politiek verheven worden, het politieke spel gaat overheersen en het niet meer om de knikkers of zo u wilt de inhoud gaat. Daar waar die inhoud op het tweede plan komt, de bestuurlijke mores verlaten, en de eigen wet- en regelgeving creatief uitgelegd wordt zal het vertrouwen van de burger niet toenemen.
De politiek en het op de politiek gebaseerde bestuur raakt in zijn algemeenheid door dat alles in disbalans. Disbalans en te weinig echte wisselwerking tussen burger en bestuur was ook de constatering van het bureau Berenschot dat recentelijk een bestuurskrachtmeting in o.a. Papendrecht deed.
Daarnaast moet ik helaas met diepe spijt constateren dat na het gedwongen aftreden van een wethouder in oktober, nu inmiddels een tweede, zij het niet gedwongen, de handdoek in de ring gooit. Daarmee valt de politieke basis onder het dagelijks bestuur in Papendrecht weg. Ik kan er niet omheen: Papendrecht verkeert in een politieke crisis. Volgens de gemeentewet is het dan, tot het moment dat er weer door de gemeenteraad wethouders met voldoende steun in de raad gekozen worden, de burgemeester die het bestuur vormt. Hoewel de wet gelukkig in dit soort situaties voorziet, wordt uw burgemeester er niet gelukkig van. Ik constateer dat daarmee, op dit moment, het bestuur in Papendrecht, in handen komt van de door de kroon benoemde burgemeester. Bestuurlijk zal er sprake zijn van continuïteit: de paspoorten en rijbewijzen zullen gewoon uitgegeven worden en als het glad is zal er gestrooid worden. Kortom er zal op de winkel gepast worden; belangrijke en controversiële zaken zullen echter blijven liggen. Wel mogen we ons meer dan gelukkig prijzen dat het fenomeen van de gekozen burgemeester nog net op tijd gestrand is: uw burgemeester behoeft geen afweging te maken tussen het dragen van zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid enerzijds en het voeren van zijn verkiezingscampagne anderzijds.
Over een paar maanden zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Ik spreek oprecht de wens uit dat die verkiezingscampagne ordentelijk en correct mag verlopen. Partijen en personen zullen hun profiel aanscherpen, dat mag, dat kan en dat is nodig. Maar het aanscherpen daarvan en het daarmee duidelijk maken van standpunten kan ook zonder elkaar te beschadigen. Er dient een basis over te blijven voor samenwerking na die verkiezingen. Immers in ons democratisch bestel zijn er altijd coalities nodig, om voldoende politieke basis te hebben voor een goed bestuur.
Met u zie ik uit naar de vorming van een nieuw college, een nieuwe ploeg van wethouders; wethouders, die met fris elan en zo min mogelijk belast met littekens uit het verleden, bereid zijn hun taak als collegiaal bestuurder, en in het algemeen belang van Papendrecht, op te pakken. Die op een gezonde manier conform de spelregels van het dualisme hun bestuurlijke positie ten opzichte van de politiek kunnen en willen afbakenen; die in staat zijn om met mij, gezamelijk, de brug te slaan naar de samenleving, naar de gewone Papendrechters, die daar op moeten kunnen rekenen en zelf getoond hebben heel wat in hun mars te hebben. Ik heb daar vertrouwen in en heb er vertrouwen in dat we de huidige situatie weer snel achter ons kunnen laten.
Dat is ook in andere opzichten nodig. Papendrecht als gemeente maakt deel uit van de Drechtsteden. De afgelopen anderhalf jaar zijn er forse stappen gezet om de drechtstedelijke samenwerking een beter perspectief èn beter fundament te geven. Gemeenten hebben afspraken gemaakt om geld te storten in een gezamelijke kas om vervolgens van daaruit regionale projecten vorm te geven. Vanuit die kas of dat mandje zullen projecten gefinancierd worden die van belang zijn voor de inwoners van de gehele regio. Papendrecht heeft in dat proces een duidelijke en heldere positie ingenomen. Voor de realisering van concrete projecten op eigen grondgebied èn dat van de andere gemeenten hebben we ons bereid verklaart de handen uit de mouwen te steken en middelen vrij te maken. Maar het moet wel tot iets leiden. We kiezen voor een kritische houding omdat we zaken gerealiseerd willen zien en niet willen blijven steken in het maken van plannen en stapels rapporten. De inrichting van het bestuurlijke besluitvormingsproces mag daarbij niet te ingewikkeld zijn. Concrete projecten, korte lijnen, en het afleggen van verantwoording door de politiek verantwoordelijke personen staan daarbij voorop. Bij de uitwerking van die uitgangspunten hebben we een aantal concessies moeten doen, maar ook een aantal concessies in onze richting weten te bewerkstelligen. Het is vanuit die filosofie dat ondergetekende ook heeft aangekondigd straks, na de verkiezingen, wanneer het regiobestuur juridisch vorm krijgt en politiek bemenst moet worden daarvoor niet in beeld te zijn. In het netwerk dat de Drechtsteden straks vormen zal nog voldoende werk overblijven van zaken die verbonden moeten worden. Ook in Papendrecht zelf valt er nog voldoende te verbinden en te versterken. Immers voor het goed en zelfstandig functioneren binnen de regio is het nodig dat de gemeente zelf sterk is en duidelijk zijn identiteit weet te manifesteren. Alleen sterke gemeenten kunnen samen een sterke regio maken. Onvoldoende lokale kracht vertaalt zich in regionale macht.
En zo kom ik weer terug waar ik begon: verbinden, onderlinge verbondenheid, sociale samenhang, oprechte betrokkenheid, inzet en het nemen van verantwoordelijkheid zijn de sleutel tot vertrouwen en trots. Gepaste trots op wat en wie we, als Papendrecht, zijn. Het mag en het kan. De fundamenten om op voort te bouwen liggen er; ’n enkele crisis kan ook heilzaam werken. We moeten wellicht iets minder met onszelf bezig zijn en naar onszelf luisteren, en meer anderen opzoeken, ontmoeten, ons door anderen laten inspireren.
Koningin Beatrix zei het zo treffend in haar Kersttoespraak:
“Overal om ons heen is er naast al wat kan bedrukken, ook veel moois te ontdekken. In de ontmoeting met medemensen en in het openstaan voor cultuur en natuur komen altijd weer krachten op die inspireren en het leven uittillen boven het banale van alledag”.
Ik zeg het tot slot nog een keer: “140 parels aan een snoer”. Dat elan kan gemakkelijk weer weglopen; we kunnen ons heil weer zoeken in nota’s en notulen. We kunnen daarentegen die parels ook koesteren; de mensen uitnodigen zo af en toe die parels weer eens op te wrijven door periodiek een herhaling te organiseren, opdat die parels hun glans behouden en Papendrecht blijft stralen, ook in de regio .
Dames en heren,
Mijn vrouw en ik, wensen u allen graag een heel goed, gelukkig en vooral gezond 2006 toe !
Ik dank u voor uw aandacht. |